Naar overzicht
Daar gaat weer mijn dag. Ik heb nog zoveel shit te doen
Werken met weerstand; werkt weerstand wel?
Ik moest hard lachen toen Tom, onze directeur, een filmpje van een cabaretier in onze Van.De.Grond appgroep stuurde die een mevrouw uit het publiek de vraag stelde: wat doe je voor werk? De vrouw vertelde dat ze trainingen geeft aan bedrijven. De cabaretier grapte erop los door zijn weerstand voor dit soort werkdagen openlijk te delen met zijn publiek. Quasi boos op deze mevrouw. Vaak zijn grappen goed als iedereen iets herkent van het onderliggende gevoel dat bloot komt te liggen. Dat is in dit geval niet anders denk ik.
Weerstand voor wat wij komen doen met Van.De.Grond is waar wij als team voor waken en iets dat er tegelijkertijd altijd lijkt te zijn. In een artikel van een bevriende business- en performance coach over verandermanagement werd ik weer eens herinnerd aan hoe natuurlijk weerstand eigenlijk is. “De mens is van nature tegen verandering, dat zit in zijn reptielenbrein.” Op het moment dat iets dreigt te gaan veranderen, is er dus vanzelf weerstand. Dit is onder andere het gevoel dat we herkennen van de grap hierboven.
Ik werk al heel mijn werkende leven met weerstand. In de psychiatrische jeugdkliniek waar ik jaren heb gewerkt was lang niet elke opname, laat staan elk dagdagelijks ding dat wij van deze kinderen vroegen, vanuit een intrinsieke motivatie of toestemming van het kind zelf. Ook in de gezinnen waar ik therapie in geef, is het vaak het idee van één ouder, een ouderpaar, een kind of instanties om iets te veranderen. Zelden vanuit een intrinsieke motivatie of toestemming van alle gezinsleden. In de dagen dat ik mij even niet bezig kan houden met het werk dat ik met veel plezier en passie doe, vanwege BHV trainingen, cursussen beroepsethiek, registraties en declaraties ben ikzelf ook zelden intrinsiek gemotiveerd en ervaar ik ook weerstand. Zelfs toen Tom mij vroeg aan te sluiten om eens na te denken over het opzetten van een bedrijf was ik niet intrinsiek gemotiveerd, maar sloot ik met weerstand en al aan omwille van mijn vriendschap met Tom.
Het zou arrogant en onrealistisch zijn om te veronderstellen dat mensen geen weerstand ervaren wanneer zij dus bij ons een teamontwikkeling komen afnemen. Integendeel. Weerstand is een onderdeel van ons als mens. Werken met deze weerstand gaat mijns inziens over wat er vervolgens tussen de trainers en het team én wat er tussen de teamleden onderling gebeurt. Wat ik geleerd heb in mijn systeemtherapeutische visie is dat wij therapeuten moeten proberen een koloniserende positie te vermijden (Avoiding colonizer positions, P. Rober & Michael Seltzer, 2010). Plat vergeleken: een kolonist probeert zijn ideeën, normen en waarden over te brengen aan de ander. Gregory Bateson, een van de grondleggers van de systeemtheorie – een belangrijk onderdeel van de visie van Van De.Grond – moedigt ons aan om meer door de ogen van een antropoloog naar een gezin, team of systeem te kijken. Een antropoloog bestudeert de mens in al zijn aspecten en verbindingen. Met andere woorden: ik kom als therapeut een gezin niet vertellen wat ze mijns inziens anders moeten gaan doen. Ik onderzoek samen met hen wat hun verhaal is, hoe hun dynamiek werkt, waarom ze doen wat ze doen. Wat ze tussen hen anders zouden willen. Even terug naar dat reptielenbrein: verandering als mens is weerstand. Verandering tussen mensen, als de trainer voorzichtig is de verandering niet op te leggen, betekent minder weerstand. Ik denk dat dit ervoor zorgt dat ik niet pertinent eruit gezet word wanneer ik een gezin binnenkom en dus voorbij die weerstand kom.
Dit zorgt ervoor dat we in teamontwikkelingstrajecten voorbij die weerstand komen of de weerstand kunnen gaan zien als een onderdeel van het natuurlijke proces van verandering. Teams bij ons in trajecten ervaren zelf wat hen belemmert, wat hun krachten zijn, wat er tussen hen gebeurt, wat ze anders willen. Ondanks dat het zinnetje “Daar gaat weer mijn dag. Ik heb nog zoveel shit te doen”.